Aangepast zoeken
Ian Osborne, the Rough guide to Fiji
 

  reisverslagen  
Bericht van week 31 van het jaar 2010, - door KIM M
Sawa-i-Lau, Fiji Positie: 17° 16.50 816' S 177° 28.006' W

De volgende ochtend, na uitgevonden te hebben dat na de regenbui alle computer apparatuur het nog deed, kwam plotseling schipper Julian van de Flying Cloud met zijn dinghy langszij. Hij had spokesman Jerry van het dorp Naboro aan boord. Julian vertelde ons dat hij, door technische problemen met zijn vriezer, terug moest keren naar Lautoka om daar nieuwe onderdelen te kopen en proviand in te slaan. Jerry ging meteen brutaal op de rand van de Gemini zitten. In botenland wordt dat over het algemeen niet echt gewaardeerd. Fatsoensregel is dat je eigenlijk altijd moet vragen of je aan boord mag komen of moet wachten op een uitnodiging. Toen Julian weer wilde vertrekken naar zijn catamaran wilde Jerry niet mee terug. Hij klom onder de reling door en zei dat hij de boot wilde zien. We lieten hem binnen om niet ongastvrij over te komen, hoewel we allebei niet goed tegen opdringerige types kunnen. Helemaal niet als iemand zo maar deuren van hutten open gaat trekken en naar binnen gaat kijken. Ook begon hij weer over het touw. Frans heeft weinig reservetouw aan boord en kan het eigenlijk niet missen. We boden hem een stuk aan van ruim zes meter, maar daar trok hij zijn neus voor op. Frans liet me weten dat hij het niks vond dat Jerry aan boord was en ik begon me ook te irriteren. We zouden gaan snorkelen achter de zandbank bij Point Naikawakawa dicht bij waar we voor anker lagen en besloten hem dan gelijk terug brengen naar het dorp. Ik was nog helemaal niet klaar en moest me opeens gaan haasten omdat hij aan boord was. Als ik ergens een hekel aan heb is het wel haasten terwijl dat niet nodig is en niet op de planning staat. Vervolgens wilde Jerry ook nog de voorpiek zien en vroeg of daar een slaapkamer was. Toen heb ik hem vriendelijk maar duidelijk gezegd dat ik daar slaap en dat die hut niet open was voor bezichtiging door vreemde mannen. Dat begreep hij wel en hij keek een tikkeltje beschaamd om zijn verzoek. Frans wilde snel vertrekken om te gaan snorkelen en zo van Jerry af te zijn. Toen vroeg ik hem of hij Jerry niet alvast terug kon brengen naar het dorp, zodat ik de laatste dingen kon doen en me kon insmeren. Dat vond Frans een goed idee, waarop ik tegen Jerry zei: “I still have to rub myself with sunscreen lotion before snorkeling, so it is better if you leave now, ok?” Dat had het gewenste effect; hij begreep dat ik daar natuurlijk alle privacy voor nodig had…. Hij verontschuldigde zich en Frans heeft hem toen teruggebracht. Pfff, daar kwamen we goed weg. Ik denk dat de Engelsen onder de indruk zijn geweest van onze methode, want na een kleine tien minuten stond Jerry weer aan wal terwijl hij bij de Flying Cloud een halve dag met zijn gehele gezin aan boord had doorgebracht. Onderweg zei hij nog tegen Frans dat hij terug wilde naar de Flying Cloud om afscheid te nemen, maar Frans is met een wijde boog om de Flying Cloud heen gevaren en hem gezegd dat hij maar moest zwaaien. Teruggezwaaid naar hem werd er niet, wel naar Frans toen hij op weg terug was richting Gemini. Blijkbaar had de Flying Cloud het net zo gehad met Jerry als wij. We hadden sterk het idee dat hij ons kaal wilde plukken, zoals bij de Flying Cloud en besloten meteen te vertrekken en niet meer te gaan snorkelen. De Flying Cloud kwam nog langs varen om gedag te zeggen en Julian riep meteen:”I am so sorry for what just happened….” En ik riep lachend terug: “Yes, you dumped him on the Gemini!” Later op het blog van de Flying Cloud heb ik nog een foto gevonden van Frans en van mij met de crew van Flying Cloud en kinderen van Naboro.
We hebben geen gedag meer gezegd tegen Jerry, hebben het anker opgehaald, en zijn aan het begin van de middag vertrokken naar de westkant van het eiland Waya. Na drie uur varen waren we in de Likuliku baai bij het Octopus resort. Dit wel na een omweg, omdat we eerst bij het dorpje Nalauwaki aan de verkeerde kant van Point Nacilau uitkwamen. Daar zagen wij geen resort en we hadden ons juist zo verheugd om eens lekker uit eten te gaan samen. Zin in een meteen weer een nieuw dorpontvangst hadden wij ook niet. In de baai Likuliku kwamen we wel weer bij de ondiepte van een rif terecht, maar zijn uiteindelijk prachtig voor anker gegaan op twaalf meter diepte. We waren de enige boot en lagen er veel meer beschut vergeleken met de vorige ankerplaatsen. Die avond hebben wij bij het Octopus resort heerlijke kippenpoten, gemarineerd met kokos, en rijst gegeten en sinds lange tijd onze mail kunnen checken. Sinds Musket Cove hadden wij geen beschikking meer gehad over het netwerk van Vodafone.

De volgende dag hebben we lekker ontbeten met gekookte eieren en zijn rond twaalf uur gaan snorkelen bij Point Nacilau. Met de dinghy zijn we er naar toe gevaren en hebben gesnorkeld terwijl Frans al zwemmend het landvast van de dinghy in zijn hand hield. In het begin waren we nogal teleurgesteld over de onderwaterwereld en wilden bijna al ergens anders naar toe gaan. Iets verder kwamen we uit bij een mooie hangover met prachtig koraal en tropische vissen. Ik ging vooruit en bedacht dat dit wel een plek zou kunnen zijn voor grotere vissen, haaien of schilpadden. Ik bedacht ook dat ik het toch wel leuk zou vinden om eens een iets groter beest te zien. En dan, serieus, ik kijk vooruit en zie op een flinke afstand een schilpad zwemmen in stralen van zonlicht door het water. Zo leuk hoe die beesten bewegen! Ik ben door het dolle heen en steek mijn hoofd omhoog om Frans te waarschuwen dat ik een schildpad zie. Stom natuurlijk, want als ik mijn gezicht weer in het water doe is hij nergens meer te bekennen. Een volgende keer als ik weer een mooi dier zie, heb ik mij voorgenomen, zet ik meteen de achtervolging in. In de namiddag heb ik heerlijk liggen zonnen op het dek. Ik probeer, ondanks mijn zonneallergie, toch een beetje bruin te worden. Dagelijks slik een pilletje tegen de allergie en blijf antizonnebrand smeren. Tot nu toe gaat het redelijk.

In de avond hebben we wederom bij het resort gegeten. Sinds het voorval met het inregenen, checken we extra goed of alle ramen dicht zijn en of het ankerlichtje brandt voor we vertrekken. Op een gegeven moment zie ik Frans naar de Gemini staren vanaf het zijn stoel aan de bar. Ik vraag wat er aan de hand is en hij merkt op dat hij net een bootje langs heeft zien varen met iemand die eruit sprong, vlakbij de Gemini. Ik begrijp meteen dat hij vreest dat iemand ongemerkt aan boord zal gaan. We hebben immers alles open gelaten. Om toch relaxt te kunnen dineren zijn we maar even terug gegaan om alles af te sluiten. We kregen later steak met aardappelpuree en groente voorgeschoteld. Heerlijk hoor. Het grappige is dat het eetgedeelte van het resort bestaat uit lange tafels in het zand waar meerdere mensen aan kunnen zitten. Opeens zaten we dus met andere gasten van het resort aan tafel en dat werd erg gezellig. Mensen zijn zeer geïnteresseerd in Frans zijn reis- en vaarverhalen en vinden het erg leuk de mensen te ontmoeten van de boot die ze vanaf hun ligstoelen op het strand voor anker hebben zien gaan.

De volgende dag zij we met de dinghy weer aan wal gegaan. Achter het resort loopt een steile betonnen trap de heuvel op die tussen het resort en het dorp Nalauwaki in ligt. Samen hebben wij deze trap beklommen en van het mooie uitzicht vanaf de heuveltop genoten. De mensen die in Octopus Resort werken moeten iedere dag deze heuvel over om van het dorp naar hun werk te komen. Vanaf de heuveltop loopt een slingerend zandpaadje door de struiken naar het dorp. Deze hebben we afgelopen en vervolgens een wandeling over het strand bij het dorp gemaakt. We kregen daar wel het gevoel dat de inwoners (vooral de mannen) een beetje genoeg hebben van alle toeristen die iedere keer vanaf het resort hun dorp in lopen. Daarom hebben wij gepaste afstand gehouden en het dorp verder niet bezocht. Iets buiten het dorp hebben we via een ander zandpaadje nog een ander strandje bezocht. Vlak achter dit strand troffen we hokken aan vol met varkens. De kleine biggetjes renden los rond. Waarschijnlijk worden de varkens buiten het dorp gehouden vanwege de stank. In de schemering zijn we teruggelopen naar het resort waar we weer heerlijk hebben gegeten. En wat stond er op het menu? Indiaas! En wat was het lekker! De vorige avond hadden we een vast drie gangen menu gekregen. Dit keer werden er schalen op tafel werden gezet met kip curry, beef curry, vegetables curry, gele rijst, raita, rotti en pappadum. Ik kreeg terstond een India flashback! In de avond was er een kampvuur op het strand en werden er leuke activiteiten georganiseerd, waar wij nog even voor zijn gebleven.

Wat mij opvalt aan het Octopus resort en ook andere resorts die we later bezocht hebben, is dat er rekening wordt gehouden met backpackers. Er zijn dorms beschikbaar met meerdere bedden en gemeenschappelijke douches en w.c’s, zodat ook de budget reiziger voor een redelijke prijs in een leuk resort aan een mooi strand kan vertoeven. Het zijn geen India of Thailand prijzen, maar wel anders dan bijvoorbeeld de Malediven waar, zoals ik gehoord heb, eigenlijk alleen maar dure resorts beschikbaar zijn voor overnachting. Omdat veel resorts in Fiji gebouwd zijn op bijna of geheel verlaten eilandjes, bieden ze meal plans aan voor meestal rond de 70 Fiji dollar (zo’n 30 euro), waar je drie maaltijden per dag voor krijgt. Deze staan meestal wel vast of er is een beperkte keuze tussen bijvoorbeeld drie hoofdgerechten. De resorts zijn gewend aan yachties die af en toe aan komen waaien en zij mogen meestal gratis gebruik maken van de douches en w.c’s. Dit hebben wij ook gedaan en dat was toch wel heel relaxt na een hele tijd enkel badderen in zee, spoelen op het dek met zoet water of wassen aan de wastafel. Er is een douche aan boord, maar Frans heeft liever zo weinig mogelijk vuil douchewater binnen wat er weer moet worden uitgepompt.

De volgende dag, op donderdagochtend, zijn we vertrokken richting het Manta Ray Resort met de bedoeling daar te gaan zwemmen met de manta rays. Na wederom rond de drie uur varen, zijn we bij de ankerplek aangekomen. In het begin begrepen we niet hoe we de ankerplek binnen moesten komen doordat deze omringd leek door riffen. Pas van dichtbij zagen wij een diepere doorgang en konden voor anker gaan, tussen de andere boten, dicht bij de oever van het eiland Drawaqa. Dit eiland is door een redelijk ondiepe en lastige passage gescheiden van het eiland Nanuyabalavu waar het Manta Ray resort is gevestigd. Enkel met goed licht is het mogelijk hier doorheen te varen, maar wij hadden dit niet in onze route opgenomen. Gelukkig was het die dag en de daar op volgende dagen windstil. Daardoor was er weinig deining op deze anker plek die eigenlijk bekend staat als een rolly anchorage.

Vlak nadat we voor anker waren gegaan, kwam er een man met zonnebril en vrouw in een oranje dinghy langs. In eerste instantie herkende Frans daardoor deze man niet als Pascal, een solozeiler, die met zijn zeilboot Eve de wereld rond zeilt. Frans heeft hem drie jaar geleden op Moorea ontmoet. En als wij later met de dinghy langsgaan blijkt ook dat Pascal op zijn beurt Frans niet had herkend doordat Frans opeens een jonge meid aan het roer had staan. Pascal vertelde ons dat de vrouw een opstapper is die hij onderweg heeft opgepikt. Zijn plan is om na Fiji via de Solomon eilanden naar de Filippijnen en misschien zelfs Japan te zeilen. We vragen Pascal of hij al met de manta’s heeft gezwommen en hij laat weten het al twee dagen te hebben geprobeerd, maar niets te hebben gezien. Die avond gaan we eten bij het Manta Ray Resort. Het is er meer gefocust op backpackers en het valt ons op dat de prijzen voor internet en het eten een stuk lager liggen in vergelijking met Octopus resort. Daarnaast is het net als bij Octopus resort mogelijk om met creditcard te betalen. De mensen zijn erg vriendelijk en er hangt een relaxte en gezellig sfeer. Jammer is dat het resort geen avondzon heeft waardoor het snel schemert. Hierdoor was het ook lastiger voor ons om met de dinghy het resort te bereiken door slecht zicht bij het varen door de passage. Tijdens het eten hebben we meteen aanspraak met twee Kiwi’s die ons vertellen twee dagen geleden wel met de manta’s te hebben gezwommen. Op de terugweg zijn we in het pikkedonker terug naar de boot gevaren. We voeren teveel naar stuurboord en raakte met de motor van de dinghy het koraal. Na een stukje roeien naar dieper water hebben we de motor weer aangezet en alsnog veilig de Gemini bereikt.

De volgende dag besloten we twee activiteiten op een dag te doen. In de ochtend duiken en in de middag met hoog water proberen te zwemmen met de manta rays. Frans en ik zijn wederom vanaf de boot met gehele duikuitrusting het water ingesprongen. Het rif bij de kant was ongeveer vijftig meter van ons verwijderd. Tijdens het snorkelen naar de duikplek zag ik plotseling twee kleine haaitjes van, ik denk rond de 70 centimeter, dicht bij elkaar over de bodem zwemmen. Nou heb ik toch nog haaien gezien! En gelukkig van het formaat waar ik geen problemen mee heb.

Bij het rif aangekomen zijn we bij een stukje zandbodem afgedaald. Dit ging eerst bij mij heel lastig, omdat ik door het wetsuit meer blijf drijven en eigenlijk meer lood nodig heb. Frans heeft me toen naar beneden getrokken en een zakje van zijn lood gegeven. De rest van onze tocht onder water heeft hij steeds een blok zwaar koraal in zijn hand gehouden om beneden te kunnen blijven. De fles waar ik mee dook was bijna leeg dus we wisten dat het geen erg lange duik zou worden. Gelukkig adem ik heel rustig tijdens het duiken en zijn we toch 35 minuten onder water geweest op wederom 10 meter diepte. Het koraal was prachtig. Mooie spelonken en veel verschillende soorten vissen. We zagen ook zo’n grote schelp die dichtklapt als er een visje naar binnen zwemt. Verder ook leuke kleine blauwe visjes die, toen Frans met zijn vingers knipte, snel tussen het koraal bescherming zochten. Dit rif staat ook in de omgeving bekend als een mooi rif, want er kwamen steeds bootjes van verschillende resorts naar deze plek om te snorkelen. Frans vindt het super om zo van zijn boot op zo’n prachtig rif te kunnen duiken.

Die middag zijn we met de dinghy om half twee, tweeënhalf uur voor hoog water, vertrokken naar de plek waar we met manta rays zouden kunnen zwemmen. De Dingo, een andere Nederlandse zeilboot, heeft ons geadviseerd om enige tijd voor hoog water al te gaan kijken om zo de backpackers van het resort te kunnen ontlopen. De manta’s zwemmen in dit gebied van mei tot oktober. Vlakbij het resort en onze ankerplaats ligt de Tokatokauna Pas tussen twee riffen. Met hoog water ontstaat er een voedselrijke stroming over de drempel in de pas, een favoriete plaats voor manta’s om zich te voeden. Daar aangekomen weten we niet precies waar we moeten zijn. We gaan op zoek naar een doorgang in het rif waar het opeens dieper wordt, van drie meter naar rond de acht meter diepte. We varen rondjes en zoeken naar een driehoek in het water met een flinke spanwijdte of een staartvin die boven water steekt zoals bij een haai. Even later voegt ook Pascal zich bij ons in zijn dinghy. Hij heeft een beter idee waar we moeten zijn en op enige afstand van elkaar gooien we een ankertje uit. Pascal begint met snorkelen en wij letten op zijn dinghy. Frans en ik zijn blij dat we nu een verkenner in het water hebben en staan ondertussen ook nog steeds zelf op de uitkijk. Even later voegt nog een andere dinghy van een ander jacht zich bij ons. We zien nog steeds niks. Dan komt op een gegeven moment een motorboot van het resort langs. Iedere dag wordt er vanuit het resort een verkenner op pad gestuurd met hoogtij om te kijken of de manta’s er zijn. Als dit het geval is wordt er een trom geroffeld op het strand van het resort zodat toeristen hierop worden geattendeerd en zich kunnen aanmelden voor een excursie. We letten goed op waar de boot van het resort zoekt naar de manta’s. Eerst maakt hij iets rechts van het midden verschillende rondjes boven het diepe gedeelte van de Otocula Bay. Dan vaart hij ook meer naar links over de rand waar het dieper wordt links van het midden. Logisch, de manta’s zullen komen van de rechterkant, vanuit open zee, en dan meer links het rif in zwemmen. Bij het uitblijven van resultaat klimt Pascal op geven moment weer in zijn dinghy. De man van het resort vertrekt weer in zijn motorboot, zonder mededeling de manta’s te hebben gezien. Ik hang met duikbril over de rand van de dinghy en zie enkel vissen. Ik besluit nog even te gaan snorkelen. Het was inderdaad zoals Pascal al had gezegd, alsof je zwemt in een vol aquarium met vissen. Ik heb nooit eerder zo veel scholen vissen bij elkaar gezien. Ik heb geprobeerd er foto’s van te maken met Frans zijn digitale camera, die tot tien meter diepte onder water kan fotograferen. Ik vond het wel een leuke sport om te proberen die vissen goed op te foto te krijgen. Echt lastig, ze zijn zo snel! Ik ben in het water gegaan in het diepe gedeelte op de rand van het rif. Ik durfde niet veel verder te gaan uit angst voor haaien die afkomen op veel vis. Ik merkte dat de stroming daar van het rif afstond. Ik ging echter af op de vele vissen en zo vond ik de opening van de passage. Nog steeds hopend op manta’s ging ik door met fotograferen. Ik merkte dat de stroming daar een zuigende kracht had door de passage. Dus langzaam dreef ik steeds verder van de geankerde dinghy af. Frans hield mij de gehele tijd in de gaten. Het koraal en de vissen waren prachtig en ik heb erg genoten. Frans is mij, toen ik moe was, op komen halen. Alleen jammer genoeg dus geen manta’s gezien. Alle andere dinghy’s waren al vertrokken toen we uiteindelijk, toch wel teleurgesteld, terug naar de Gemini gingen.

Die avond hebben we weer in het Manta Ray Resort gegeten. Het was Fijian Night met een lekker buffet. Bij het resort werd die avond ook aan sevusevu gedaan, maar ik moet toch zeggen dat bij de natives thuis zo’ n ceremonie veel meer karakter heeft. Vodafone heeft ontvangst op het resort dus we hebben onze mail kunnen checken en eindelijk ons vorige verslag kunnen mailen aan Robert die het altijd zo mooi op de site zet.

Die avond hebben we met de manager van het resort gesproken over de absentie van de manta rays. Het is immers zijn business. Op de laatste drie dagen na zouden ze de afgelopen weken iedere dag gespot zijn. Tsja, is dat de waarheid of enkel voor het behoud van de goede naam zijn resort dat hij met dit soort aantallen komt? Anyway, de verklaring die hij gaf voor hun wegblijven was dat iemand de manta rays moet hebben lastig gevallen door aan hen te gaan hangen of hen aan te raken op een manier die ze niet prettig vinden. Het is volgens hem al vaker voorgekomen dat ze wegblijven voor een paar dagen en dan, als ze uiteindelijk weer gespot worden, onder de krassen op hun rug zitten van mensennagels die hen vast hebben gegrepen. Daar kan ik mij zo kwaad om maken. Die mooie dieren hebben een favoriete spot om lekker te eten en mensen maken daar dan op zo’n negatieve manier gebruik van. Natuurlijk wil ik ook met ze zwemmen en snap ik als veel anderen dat ook willen, maar laat in hemelsnaam die dieren met rust. We besloten nog een dag langer op de ankerplaats te blijven voor een tweede kans met de manta rays te zwemmen. Ook de tweede dag was geen succes . Teleurgesteld besloten we de volgende dag te vertrekken naar Sawa-i-lau gelegen op zo’n zes uur varen van Manta Ray resort. De meeste mensen doen eerst Blue Lagoon aan voordat ze het verder noordelijk gelegen Sawa-i-Lau aandoen. Verschillende weersvoorspellingen gaven echter aan dat het harder zou gaan waaien vanaf dinsdag. In Blue Lagoon lig je dan veel meer beschut tegen de wind dan in de baai van Sawa-i-lau.

Op Zondag zijn we heel vroeg, 8 uur ’s morgens, vertrokken naar Sawa-I-Lau, een schiereiland van Yasawa island. Rond een uur of drie kwamen we daar aan na eerst nog een rif ontweken te hebben in het midden van de baai. We hadden 6 pogingen nodig voor we tevreden waren over de ankerplek: de ene keer krabde het anker, een andere keer kwamen we te diep uit of lagen te dicht op een jacht wat er reeds voor anker lag.

Wetende dat we eerst ons horen te melden in de village zijn we om vier uur onze bos Kava, verpakt in een grote plastic zak, gaan aanbieden aan de chief. De eerste de beste dorpeling bracht ons bij hem. De chief sprak verschillende rituele spreuken, onderwijl zijn handen bezwerend boven de kava bewegend, en heette ons welkom in het dorp. We hebben meteen gevraagd of foto’s maken ok was. Dit was gelukkig geen probleem. We werden ook meteen uitgenodigd om de volgende dag de school te bezoeken die tussen Nabukeru en Tamusua is gelegen. Uitgenodigd voor een sevusevu ceremonie werden wij echter niet. Vervolgens hebben wij de kerk van het dorp bezocht. We gingen even binnen zitten om de sfeer van de kerk op ons in te laten werken. Plotseling kwamen er allemaal vrouwen in het wit binnen en andere dorpelingen die plaatsnamen aan de linkerkant van de kerk. We hadden al gehoord van een ander jacht in de baai dat zij eerder die dag al een ceremonie in deze kerk hadden bijgewoond. Deze dienst was dus de tweede op deze zondag. De kinderen zaten in het middenschip van de kerk. Terwijl twee oude mannen samen met ons aan de rechterkant van de kerk zaten. Als opening werd er heel mooi a capella gezongen. Frans zegt er zo van onder de indruk te zijn geweest dat de rillingen over zijn rug liepen. Zowel de vrouwen als de mannen zongen uit volle borst met prachtige warme stemmen in verschillende hoogtes in zo’n harmonie met elkaar, dat ik deze uitspraak wel kan begrijpen. Na de mooie zang werden wij in het Engels welkom geheten door de dominee in de naam van Jezus Christus. We hadden nog meer mazzel want in dezelfde dienst vond ook nog een doop plaats. Waarna wij ook nog een paar dollar hebben gedoneerd. Buiten ging de dienst door onder een boom naast de kerk waarbij voor ons onbegrijpelijke rituelen werden uitgevoerd met een tamtam. Na de dienst bleken de dorpelingen gek te zijn op gefotografeerd worden. Frans heeft dan ook een paar groepsfoto’s gemaakt, op hun verzoek onder een golfplaten dak naast de kerk.
Vlak voor we het dorp verlieten kwam er een vrouw naar ons toe die ons hoofdlichtje aan een elastiekje had gevonden wat blijkbaar uit onze tas was gevallen. Ze stelde zich voor als Pauline en wilde heel graag met haar man, en hun televisie, op de foto. Vervolgens vertelde ze dat zij broden bakt en vroeg ons of wij interesse hadden in een broodvoor vijf Fiji dollar. Met twee kokosnoten voor iedere een dollar zouden we die de volgende dag kunnen ophalen. Daarnaast nodigde zij ons uit om de volgende dag de Shell market van het dorp te bezoeken. Ze vroeg of wij misschien make-up of kleding hadden om te ruilen. We hebben op alles ja gezegd en hebben beloofd de volgende dag terug te keren.

terug naar de reisverslagen



juli - november 2007
 Ecuador - Marquesas - Genootschapeilanden
  -Frans

mei - juni 2007
 Panama & Galapagos
  -Harriet & Frans

maart - april 2007
 Cartagena & Panama
  -Frans

maart - april 2007
 Curaçao - Cartagena
  -Iris & Frans

mei 2006
 Curaçao
 STRIPVERHAAL
 - Coja &Proza

april 2006
 Isla de Margarita
 - Aad & Frans

maart - april 2006
 Curaçao-Isla de Margarita
 - Stefan, Richard & Frans

mei-juni´05
  Cuba-Jamaica-Haiti-
 Curaçao
 - Toos, Wilma &Frans

april.´05
  Cuba zuidkust
 - Harriet &Frans

mrt-apr.´05
  Cuba
 - Frans

februari´05
  St Maarten-St Croix-
 Puerto Rico-
 Dom.Republiek-Haiti-
 Jamaica-Cuba
 - Art, Lies & Frans

kerst´04 - jan´05
 Kp Verden - St Maarten
 - Iris & Frans

najaar 2004
  Ned-Gran Canaria
 - Lino & Frans


All Rights Reserved 2005-2010. | www.sy-gemini.nl | Design by IMAGEPOINT